De ARBO dienst stelt de nodige eisen aan een bureaustoel. Een stoel met meerdere instelfuncties is een belangrijk onderdeel van een ergonomische werkplek. Ook omdat de lengte, het gewicht en postuur van ieder persoon anders is. Om gezondheidsklachten te voorkomen zijn er regels opgesteld. Deze richtlijnen heten de NEN 1335 en NPR 1813.
NEN-1335
De NEN 1335 norm is ingesteld door de Europese Unie om de maatvoeringen, instelmogelijkheden en het verstelbereik van een bureaustoel te benoemen. Een bureaustoel die daaraan voldoet is geschikt voor 95% van de Europese bevolking. Dit zijn de eisen voor het NEN 1335 label:
- Zithoogte verstelbaar tussen 40 en 51 centimeter
- Zitdiepte verstelbaar tussen 40 en 42 centimeter
- Hoogte rugleuning minimaal 22 centimeter
- Diepte zitting minimaal 38 centimeter
- Breedte armleggers minimaal 4 centimeter
- Lengte armleggers minimaal 20 centimeter
- Armleggers zijn minstens 10 centimeter van de voorzijde van de zitting af geplaatst
- De hoogte van de armleggers is verstelbaar tussen 20 en 25 centimeter boven de zitting
- Indien de breedte van de armlegger niet instelbaar is, bedraagt de ruimte tussen de armleggers tussen de 46 en 41 centimeter.
NPR 1813
Omdat Nederlanders over het algemeen groter zijn dan de gemiddelde Europeaan is er een andere richtlijn ingesteld voor Nederland: de Nederlandse Praktijk Richtlijn. Hierbij is de gemiddelde Lage Lander als uitgangspunt genomen met afwijkende maatvormingen van de NEN-1335. Dit zijn de eisen voor zo’n bureaustoel:
- Zithoogte verstelbaar tussen 41 en 55 centimeter
- Zitdiepte verstelbaar tussen 38 en 48 centimeter
- Hoogte rugleuning minimaal 37 centimeter
- Diepte zitting minimaal 44 centimeter
- Breedte armleggers minimaal 5 centimeter
- Lengte armleggers minimaal 15 centimeter
- Armleggers minstens 20 centimeter van de voorzijde van de zitting af geplaatst
- Hoogte armleggers verstelbaar tussen 20 en 30 centimeter boven de zitting
Werkhouding
Ook al heeft iemand een stoel die aan de ARBO eisen voldoet, dan kan het nog gebeuren dat er klachten ontstaan aan de nek, schouders of armen (KANS klachten genoemd, voorheen RSI). De volgende richtlijnen zorgen er voor dat de werkhouding goed is:
- Stel de zithoogte zo in dat de knieën 90 graden maken
- Stel de zitdiepte zo in dat er een vuistbreedte tussen de zitting en knieholte is
- Plaats de lendensteun ter hoogte van de broekriem
- Stel de armleggers zo in dat de boven- en onderarm 90 graden zijn, met ontspannen schouders
- Wissel ontgrendelen en kantelen van de stoel af, zo blijft de rug in beweging maar krijgt het ook genoeg steun
- Stel de bureauhoogte in op dezelfde hoogte als de armleggers
- De bovenkant van het beeldscherm is op ooghoogte en het scherm staat op een armlengte verwijderd
- Daarnaast is het ook belangrijk om te bewegen. Sta geregeld op om een rondje te lopen of ga om de zoveel tijd staan als er sprake is van een zit-sta bureau.